Een handleiding voor de moderne rundveehouderij

Die met de nodige kennis en praktijk ervaring de ecologische en economische uitdagingen van de toekomst aangaat.

Voeding en Voederwinning

Het belang van een evenwichtige, optimale voeding wordt nog te vaak onderschat.

Het belang van een evenwichtige, optimale voeding wordt nog te vaak onderschat. Enkel een optimale voeding kan maximale gezondheid en rendement (groei, produktie, vruchtbaarheid) geven!

Het is dan ook één van de belangrijkste factoren in een succesvolle bedrijfsvoering. Een goed evenwichtig rantsoen samenstellen is niet eenvoudig. Het vraagt enige kennis van de voederwaarde van de grondstoffen en de behoefte van het rundvee. Voor hoog-productief melkvee is rantsoenberekening op basis van een gedetailleerde analyse van de ruwvoedervoorraden onontbeerlijk. Ook voor jongvee en vleesvee moet de voeding afgestemd zijn op de behoefte .

Elementen van de voeding

  • Water ( behoefte: 20 tot 140 liter / dag; nodig voor vertering, metabolisme, excretie, oplossen van voedingsstoffen, transport van nutriënten en afvalstoffen in het lichaam, regeling van de lichaamstemperatuur, groei, voortplanting,, melkgifte, enz...Moet steeds ter beschikking zijn en van goede chemische en biologische kwaliteit. Beperkte drinkgelegenheid of watertekort resulteert altijd in verminderde prestaties.
  • Energie (suikers, zetmeel,) Bij rantsoenberekeningen maakt men onderscheid in 1.: de energie nodig voor onderhoud van de lichaamsfuncties ( ademhaling , bloedsomloop, vertering) en 2.: de energie nodig voor arbeid, groei, lactatie, en reproductie.
  • Eiwit ( proteïnen ) Noodzakelijk voor de opbouw van de weefsels(vb spierweefsel), metabolisme, groei, productie (melk), voortplanting, …
  • Mineralen - macromineralen: Calcium , Fosfor , Magnesium , Kalium , Natrium , Chloor , Zwavel
  • Sporenelementen: Ijzer, Cobalt, Koper, Mangaan, Zink, Jodium, Selenium
  • Vitaminen: A, B, C, D, E
  • Lucht (stalklimaat en ventilatie hebben invloed op luchtkwaliteit: zuurstof en CO2 uitwisseling)

Vegetariërs eten ook dierlijk eiwit

Herkauwers gebruiken uitsluitend plantaardig voedsel.Voor de vertering en benutting van hun voedsel doen zij, zoals alle andere planten-eters of vegetariërs een beroep op de hulp van micro-organismen in hun uitgebreid maag-darmstelsel. Bij herkauwers bevinden deze micro-organismen zich voornamelijk in de pens = pensflora. (bij paard en konijn bv. in het colon of dikke darm) Herkauwers leven in symbiose met hun pensflora. Zonder flora kan de koe niet overleven! Deze micro-organismen: bacteriën en ééncelligen (protozoa)“verteren” de planten en zorgen door hun eigen aangroei voor microbieel (dierlijk) eiwit en vitaminen. Het pensvocht bevat 100 miljoen tot 100 miljard bacteriën en 100.000 tot 1 miljoen protozoa per milliliter! In gunstige omstandigheden vermenigvuldigt (deelt) een bacterie zich om de 20 à 40 minuten! Dit betekent dat bij een optimale voeding en continue pensfermentatie de bacteriële inhoud van de pens zich om het half uur kan verdubbelen.Het microbieel (dierlijk) eiwit is voor het rund een bron van hoogwaardig eiwit, met ondermeer een belangrijke aanvoer van essentiële aminozuren. (De pens van een koe is als een boerderij in de boerderij.) De pensflora bevindt zich evenwel steeds in labiel evenwicht. De optimale pH of zuurtegraad voor de pensflora bedraagt 6 à 7. Deze pH heeft onder invloed van de fermentatie van verschillende voedingsstoffen de neiging om te gaan schommelen;

Structuur-of vezelrijke voeding is noodzakelijk bij herkauwers als substraat voor de pensflora, maar vooral om de pH constant te houden. Door het fermentatieproces verzuurt de pensinhoud. Runderspeeksel bevat bicarbonaat, dat de pensverzuring tegengaat. Kauwen en herkauwen van structuurrijk voeder zorgt voor voldoende speekselvorming. ( 60 liter /dag). Structuurrijk voeder zorgt ook voor een goede pensvulling. Hoe groter het pensvolume, hoe groter de bacteriële inhoud. Hoe beter en sneller de fermentatie kan verlopen, hoe groter de productie van microbieel eiwit.

Structuurgebrek in het rantsoen kan ernstige gevolgen hebben: (cfr. schema structuurgebrek)

  • Toestand van subacute acidose( te lage pH ) die de verteerbaarheid kan remmen
  • (vooral deze van de ruwe celstof)
  • Slechte vertering. ( merkbaar aan de mest)
  • Proteolytische activiteit is gedaald. Eventueel onvoldoende NH3-concentratie.(lage OEB-waarde)
  • Daling van het melkvetgehalte en de melkproductie
  • Mindere prestaties bij vleesvee
  • Aantal kauwslagen per herkauwbrok daalt tot kritische waarde. (onder de 50 = structuur tekort)
  • Gezondheidsstoornissen zoals acidose, lebmaagverplaatsing, penswand- beschadiging, tympanie ,diarrhee, kreupelheid ( histaminevorming) en vruchtbaarheidsstoring

Energierijke voeders (zetmeel, suikers) veroorzaken door de sterke fermentatie (melkzuurvorming) een daling van de zuurtegraad of pH. Bij een te sterke pH-daling kan indigestie optreden. De concentratie en het digestief vermogen van de pensflora zijn sterk verminderd. Acute (accidentele) gevallen van krachtvoerovervulling, of opname van grote hoeveelheden zetmeel of suikers, kunnen tot de dood leiden. Bij een pH 5 of lager worden de protozoa, de cellulose- en lactaatverwerkende organismen vernietigd. De gram + bacteriën en lactobacillen nemen massaal toe. De penswand verbrandt.

Eiwitrijk voer in overmaat, doet de pH stijgen. Een deel van de eiwitten worden in de pens afgebroken tot NH3 of ammoniak, waardoor het pH optimum overschreden wordt. Gevolg: slappe mest, onrust, overbelasting van lever en nieren. Ook met bronnen van nonprotein stikstof ( vb.ureum) moet voorzichtig omgesprongen worden. Dosis van 0,3 à 0,5g / kg LG zijn schadelijk, 1-1,5g / kg LG is lethaal (dodelijk).

Hoe bekomt men een optimale, evenwichtige voeding?

Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden. De aanvoer van nutriënten moet zodanig zijn dat de pensflora maximaal en optimaal kan functioneren.

Ten eerste:
Alle elementen die noodzakelijk zijn voor het metabolisme, moeten (bijna) gelijktijdig in het voer aanwezig zijn . ( =succes mengvoerwagen) .Aangezien energierijk voeder de pH doet dalen en eiwitrijk voeder de pH doet stijgen, ligt het voor de hand dat men best beide componenten gelijktijdig voedert. Niet alleen compenseren zij elkaars pH invloed, indien ze beide gelijktijdig in de pens aanwezig zijn kan het metabolisme optimaal verlopen.(m.a.w. metsen doe je ook niet zonder cement) De pensflora heeft energie (suikers,zetmeel) nodig om eiwit, stikstofderivaten of cellulose te kunnen verwerken.

Ten tweede:
De voederbestanddelen moeten in de juiste verhouding en hoeveelheid gegeven worden volgens de behoefte of op de norm. Vuistregel: Zetmeel of energiewaarde / eiwitwaarde = 5/1. (Let op: maiskuilvoer heeft slechts middeld 8 % eiwit) Rantsoensamenstelling gebaseerd op, analyse van de voedervoorraden en rantsoenberekening, komt zowel productie, gezondheid van de veestapel, als kostenbeheersing ten goede. = rendementstijging. Eigen bedrijfsvoering toetsen aan de voederanalyses ! Trek uw conclusies! (zie verder: graswinning) Door gebruik te maken van verschillende grondstoffen (afhankelijk van de dagprijs) kan een kwalitatief evenwaardig melkveerantsoen samengesteld worden dat tot 0,5 Euro goedkoper is per dier per dag.

Ten derde:
Er moet een regelmatige aanvoer zijn om het fermentatieproces en de aangroei van microbieel eiwit continu te laten verlopen.De pens mag niet leeg komen.( Een fabriek heeft met een 3-ploegenstelsel ook een hogere productie dan met één enkele dagploeg) In de zomer op de weide zorgt de koe daar zelf voor. Op stal heeft hoogproductief melkvee doorgaans constant voeder ter beschikking.
Jongvee en droogstaande koeien minstens tweemaal daags gerantsoeneerd voederen (‘s morgens en s’avonds) met in de tussenperiode structuurvoer: goede kwaliteit stroo of graszaadhooi of mager hooi : (vuistregel: indien goed stroo tijdens de dag niet opgenomen wordt, voedert U teveel! ). Stroo verstrekken aan het voederhek of in de ruif. Stroo in de box wordt niet meer opgenomen zodra de geur van de mest er in zit.

Ten vierde:
De kwaliteit van de grondstoffen moet goed zijn.
Voederwinning moet zo optimaal mogelijk zijn.
Bemesting van akker- en grasland uitvoeren en bijsturen op basis van grondstaal-analyses. (Bodemkundige dienst)

Planten groeien en stapelen voedingsstoffen (suikers en plantaardig eiwit) op onder invloed van temperatuur en licht. (fotosynthese). Bij koud weer wordt nitraat en nitriet opgestapeld, terwijl de produktie van plantaardig eiwit en suikers afneemt en de opname van mineralen daalt (mg,ca,mn,cu).(Oorzaak kopziekte: magnesium tekort,wordt vooal gezien in voor- en najaar, vnl bij koude nachten)

Hoge nitraat en nitriet gehalten in de voeding zijn nefast voor de vruchtbaarheid en dus ook voor de algemene gezondheidstoestand van de koe.(vb: zwaar bemest, te vroeg en te jong gemaaid gras)

Enkel bij zonnig en warm weer kan men kwaliteitsgras oogsten. Het maaitijdstip heeft grote invloed op de kwaliteit van de graskuil. (weer, uur van de dag, groeistadium). Veehouders weten blijkbaar niet altijd hoe zij het hoogste rendement kunnen halen uit de grasoogst.

Maai geen nat gras!! wacht en laat de zon haar werk doen. Eén à twee dagen wachten met maaien wanneer het goed weer geworden is levert een serieuze meeropbrengst . Dit is waarschijnlijk de enige keer dat je geld kan verdienen door te rusten ! (Uiteraard weervoorspelling in de gaten houden, lukt niet altijd) Voordelen:

  • het gras groeit nog verder in zonnige omstandigheden = meer kilo's.
  • meer fotosynthese = meer omzetting van anorganische stoffen (meststof) naar plantaardig eiwit en suikers (opname van CO2 en O2 productie)
  • het gras verdampt enorm veel water = drogere ondergrond + droger gewas = kortere oogsttijd.

Maai gras zoveel mogelijk op het heetste tijdstip van de dag en spreid het onmiddelijk open. Het is noodzakelijk dat het gras voldoende vocht verliest vooaleer het de nacht in gaat, zodat het plantenmetabolisme stilvalt en er geen suikers meer verbruikt worden in de nacht. (Opname O2 en afgave CO2) Gras dat niet snel droogt ligt te kreperen en verbrandt zijn suikers. = goede smaak en energie weg + metabolieten geven slechte smaak. Hoeveel brengt wachten met maaien op? vb. in 2008 tweede snede raaigras, 2 dagen gewacht van maaien (gebuur was reeds aan het inkuilen). Analyse:180 gram koolhydraten (suikers) per kilo droge stof ipv het gemiddelde van 60 gram in die periode. (verschil: +120 gram) Eén hectare raaigras kan tot 13 ton droge stof leveren. 10 ton x 120 gr./kg geeft 1200 kg extra suikers. De eiwit opbrengst is navenant.

Voorjaarsgras (eerste snee, mei maand) bevat gemiddeld 5 tot 10 keer meer nitriet dan zomergras (juni, juli, augustus).Bevruchtingsresultaten liggen bij weidegang (zonder energie-en vezelrijke bijvoeding) in april-mei duidelijk lager.

Tip 1 Reseveer tijdens de winter het in goede omstandigheden geoogste zomergras voor dieren in hun reproductie- of voortplantingsfase.

Tip 2 Geef bij hoge nitraat gehaltes in voorjaarsgras, of voorjaarsgras-silage extra energierijk voeder, ( mais, granen, krachtvoer) + structuurrijk voeder.

Tip 3 In plaats van stroo of hooi, kan men aan melkvee erwten- of bonenstroo verstrekken, wat door zijn smakelijkheid nog zeer goed opgenomen wordt.

Tip 4 Zorg voor voldoende mineralen en sporenelementen (zeker bij grote maisgift); hou steeds een zoutblok of likemmer ter beschikking.

Tip 5 Beta-caroteen is noodzakelijk voor een goede vruchtbaarheid. Tekort ontstaat bij langdurig gebrek aan weidegang, supplementeer in de tweede helft van de winter extra beta-caroteen onder vorm van speciaal vitaminen-mineralenmengsel of enkele kg luzernekorrel. Ook jongvee of dekstier die constant op stal gehouden worden niet vergeten.

Tip 6 Jongvee (vnl Wit-Blauw vaarzen) hebben voldoende snelle energie nodig om goed bronstig te worden. Een rantsoen van mais en gras is vaak net onvoldoende. Vooral als de mais vrij rijp was (bestendig zetmeel). Het toevoegen van enkele kg graan (spelt, gerst, tarwe) aan het rantsoen kan het bronstig worden sterk bevorderen. Wel opletten voor pensverzuring en dus deze snelle energiebron niet in een keer geven, maar verdeeld over de dag.

Tip 7 Bij het oogsten van jong en structuurarm gras, kan men net voor het oprapen stroo uitrijden over het gras en mee inkuilen. Het stroo neemt een deel van het vocht op, waardoor het droge stof gehalte stijgt en geeft een belangrijke en zeer gunstig stijging van de structuurwaarde van de graskuil.@

Enkele vaak voorkomende fouten of problemen
in verband met veevoeding

Drinkwater tekort vermindert de penswerking en -fermentatie :-onvoldoende of onregelmatige toediening; -onvoldoende debiet van drinkpotten !! ; -verstopte drinkbak; -bevroren waterleiding; -bevuilde drinkbakken (regelmatig reinigen, rottende voedselresten doen het water stinken!) ...(Tip: mestvee groeit 50 gram / dag sneller indien het beschikking heeft over een open (zuivere) drinkbak ipv een drinkpotje met klep.
Te lange periode van negatieve energie-balans: gevolg: minder melk, minder eiwit in de melk, slechte vruchtbaarheid, slepende melkziekte of acetonaemie)
Slechte calcium / fosfor verhouding (moet normaal 2/1 zijn); te royaal gebruik van voederkrijt = te laag fosforgehalte = geen bronst; meer metritis en opblijven van nageboorte.
Slechte calcium / fosfor verhouding in granen ( 1 / 2) , Opletten dus met het verstrekken van grote hoeveelheden granen en krachtvoer zonder extra mineralen (Ca) voorziening. = beenderontkalking. typische aandoening van het heupgewricht die nogaleens voorkomt bij meststieren.
Opletten voor kalvervlokken voeding bij groepshuisvesting en onvoldoende voederruimte zodat niet alle dieren gelijktijdig kunnen eten. Graanvlokken worden door de dominante kalveren opgegeten, terwijl de krachtvoer-mineraal korrel overblijft (ontmengt) voor de andere kalveren. Na verloop van tijd (weken) lijden de dominante kalveren aan Ca tekort. Kalfziekte-syndroom dat door plotse spieractiviteit kan uitgelokt worden. Kalvervlokken ook in kleine porties verstrekken en alles laten opeten.
Overbemesting met drijfmest geeft te veel kalium in de bodem en in het voer. Door verdringing kan natrium (zout) tekort ontstaan = slechte vruchtbaarheid.
Evenals tekort aan koper, kobalt, mangaan of iodium. = slechte vruchtbaarheid
Magnesium en Calcium tekort (kopziekte en kalfziekte) kunnen ook veroorzaakt worden door overmatige kaliumbemesting (drijfmest). Vooral bij voorjaarsgras. Wordt soms vastgesteld bij voeding van deze grassilage in de winter.
Overmaat aan kalk ( Ca ) op de weide of in grasland kan de opname van mangaan door de planten verdringen.= slechte vruchtbaarheid, vorming van het geel lichaam verloopt gebrekkig.
Te laag vitaminegehalte, vnl. vit A en E: Vit. A tekort =slechte immuniteit tegen ziekten; zwakke kalveren ; Vit. E en Selenium tekort = spierzwakte, spierdystrophie, problemen met vruchtbaarheid, nageboorte ophouden.
Te royale voeding in de droogstand = leververvetting.
Te rijke voeding ( vb teveel eiwit) geeft slechte vruchtbaarheid.
Te energierijke voeding, of te snel fermenteerbare suikers doen de penszuurtegraad te sterk dalen. Let op voor: onrijpe mais (bevat veel onbestendig=snel fermenteerbaar zetmeel) grote hoeveelheden granen (tarwe,gerst); ronde voederbiet (suikerrijk); suikerbiet is zeker gevaarlijk voor pensacidose.
Bij te rijpe mais is het meeste zetmeel bestendig = niet fermenteerbaar in de pens, waardoor te weing energie beschikbaar is voor de pensflora. Gevolg: slechte vertering. Granen toevoegen aan rantsoen.
Onregelmatige voeding, zowel in tijd als in samenstelling. vb: Mais 's morgens , gras 'avonds. Indien mais en gras afzonderlijk gevoederd worden, geef dan samen met de mais een goede eiwitbron.(soya, lijnkoek..)
Nog slechter is, over andere dag een ander voeder.
éénmaal daags voederen = minder rendement.
Helemaal slecht is éénzijdige voeding (vb overmaat mais), waardoor gebrek ontstaat aan eiwit en/of energie, vitaminen en mineralen.

Bij het niet nastreven van een optimale verzorging en voeding, pleegt men roofbouw op zijn veestapel !