Voor runderen worden de volgende ziekten als reden tot koopvernietiging vermeld:
- brucellose
- neospora
- paratuberculose
- besmettelijke pleuropneumonie
- enzoïtische runderleucose
- runderpest
- tuberculose
- witte-vaarzenziekte bij runderen aangekocht voor de kweek
- immunotolerant, persistent met het boviene virale diarree virus geïnfecteerd dier (I.P.I.-rund)
- het ophouden van de nageboorte indien de kalving niet bij de koper gebeurd is
In het geval van een positieve reactie voor tuberculose, brucellose en leucose wordt voor het aangekochte rund geen identificatiedocument afgeleverd. De andere ziekten hebben echter geen invloed op de registratie van het rund in het beslag van de koper.
Wat runderbrucellose betreft, heeft het KB van 21 december 2006 tot wijziging van het KB van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van brucellose o.a. tot gevolg dat de koopvernietiging voor brucellose pas kan ingeroepen worden wanneer ên de agglutinatietest (MAT) ên de ELISA-test (bevestigd in het CODA) positief reageren.
BVD
Een dier wordt beschouwd als IPI (immunotolerant, persistent met het boviene virale diarree virus geïnfecteerd dier) wanneer het twee positieve of NI virusresultaten vertoont op stalen genomen met een tussentijd van 21 dagen.
Voor het eerste staal kan de PCR- of ELISA Ag-test gebruikt worden; voor het tweede staal enkel de ELISA Ag-test.
NB: voor een dier jonger dan 6 maanden geeft een negatief of NI resultaat op de ELISA Ag-test geen uitsluitsel.
Paratuberculose
Een dier wordt beschouwd als door paratuberculose te zijn aangetast wanneer het een positief resultaat vertoont op de ELISA antistoftest of op de PCR-test in de mest.
(Bron: DGZ Vlaanderen)