Een handleiding voor de moderne rundveehouderij

Die met de nodige kennis en praktijk ervaring de ecologische en economische uitdagingen van de toekomst aangaat.

Entadvies voor infectieziekten bij rundvee

Weerstand tegen ziektekiemen is grotendeels gebaseerd op antistoffen of immunoglobulines.

Weerstand tegen ziektekiemen is grotendeels gebaseerd op antistoffen of immunoglobulines. Antistoffen komen voor in het bloed en worden gevormd als een afweerreactie op een infectie of een vaccinatie. = Actieve immuniteit.

Een kalf wordt onbeschermd, zonder antistoffen geboren. Een pasgeboren kalf verkrijgt zijn antistoffen en dus zijn bescherming tegen infectieziekten enkel en alleen via opname van colostrum. = Passieve immuniteit.

Systematische vaccinatie van de veestapel is de enig goede manier van ziektepreventie. Streven naar het zogenaamde “ziektevrij statuut” waarbij uiteindelijk niet meer gevaccineerd wordt, is in het geval van sterk besmettelijke rundveeziekten die nog courant voorkomen, eigenlijk pure waanzin. Een eenvoudig universeel toepasbaar entschema is moeilijk te geven. Naargelang de bedrijfssituatie kunnen er verschillende mogelijkheden en aandachtspunten zijn. Een goede samenwerking met en opvolging door de bedrijfsbegeleidingsdierenarts is dan ook onontbeerlijk.

Het basis vaccinatieschema bestaat uit:

  1. een “primovaccinatie” waarbij 2 maal geënt wordt met een tussentijd van ongeveer 3 à 4 weken.
  2. De herhalingsvaccinatie (booster) gebeurt jaarlijks of vroeger volgens voorschrift van de fabrikant.

Gebruik geen levend vaccin tijdens de dracht, tenzij de producent volledige veiligheid garandeerd.

Opmerking
  1. Bij dieren die reeds antistoffen hebben ( na vaccinatie of “ziekte”) kan in zeldzame gevallen,bij vaccinatie een overgevoeligheidsreactie optreden. Deze kan gepaard gaan met koorts, hijgen, opzwellen van de slijmvliezen en zelfs allergische shock. Het is dan ook aanbevolen om na vaccinatie de dieren nog enkele uren te observeren en in voorkomend geval eventueel diergeneeskundige hulp te bieden. Deze mogelijke bijwerking mag evenwel geen excuus zijn om niet te vaccineren.
  2. Er zijn geen vaccins tegen alle ziekteverwekkers. Het kan nuttig zijn dieren tijdig actief te immuniseren door hen onder gecontroleerde omstandigheden in contact te brengen met de ziekteverwekker . Voornamelijk in die gevallen waarbij de aandoening tijdens de dracht of voor het kalf een bedreiging is. Deze methode moet echter met de nodige omzichtigheid en kennis van zaken gebeuren.

Kalverdiarrhee

veroorzaakt door Coli-bacteriën, Rota- of Corona-virus evenals enterotoxemie worden voorkomen door vaccinatie van de drachtige koeien in de tweede helft van de dracht in combinatie met een correcte biestmelk (colostrum) verstrekking aan de pasgeborene.

Entschema
Drachtige vaarzen krijgen een primovaccinatie op ongeveer 8 en 4 weken voor de kalving. Hervaccinatie jaarlijks 3 à 4 weken voor de kalving.

Griep

wat door veehouders als “griep” bestempeld wordt is eigenlijk een verzameling van diverse virale en bacteriële luchtwegaandoeningen, die afzonderlijk voorkomen of in combinatie elkaar compliceren.

Voornaamste “griep”verwekkers

Virale oorzaken
  • BRSV: Bovine Respiratoir Synticieel Virus, ook RSV genoemd.
  • IBR: Infectieuze Bovine Rhinotracheïtis of Boviene Herpesvirus 1
  • Parainfluenza
  • Adeno
  • BVD: Bovine Virale Diarrhee Virus of Mucosal Disease
  • Rheo-virussen ( verkoudheid, ja koeien hebben dat ook, dus als er eens 1 hoest niet te snel paniekeren)
Bacteriële oorzaken
  • PASTEURELLA haemolytica, Pasteurella multocida, Haemophilus somnus.
  • Mycoplasma bovis en andere pathogene kiemen.

Entschema “griep”
Aangezien vooral jonge dieren vatbaar zijn moet er vroeg geënt worden. Voor sommige vaccins kan dit reeds vanaf de leeftijd van 2 weken. De vaccinatie van een kalf van minder dan 4 maanden dient herhaald te worden na de leeftijd van 4 maanden,vermits interferentie met colostrale antistoffen mogelijk is. Op bedrijven waar de moederdieren ook reeds gevaccineerd werden kan men, indien geen onmiddelijk gevaar bestaat, de primovaccinatie starten op de leeftijd van 3 à 4 maand. Hou er rekening mee dat griepvaccinaties meestal na 6 maand moeten herhaald worden om efficiënt te zijn.( zie produktinfo op de bijsluiter)

Bijzondere voorzorgen bij griepvaccinatie
De basisimmunisatie dient tijdig gestart te worden zodat de immuniteit volledig is opgebouwd bij het begin van de risicoperiode.De basisimmunisatie dient voltooid te zijn voor het opstallen, m.a.w. vaccineren in augustus en september ofwel dient ze te gebeuren na het opstallen onder quarantaine voorwaarden (=moeilijk). Herhalingsvaccinaties ook minstens 3 weken voor de risicoperiode. Er wordt aangeraden,tenzij er een contra-indicatie bestaat,om alle dieren binnen een kudde te vaccineren om aldus de infectiedruk te minimaliseren.Het niet vaccineren van individuele dieren kan de overdracht van pathogenen en de ontwikkeling van ziekte bevorderen.

BRSV, BVD en IBR behoren gezien hun economische impact tot het minimum basispakket

  • BRSV: Jonge dieren, tot de leeftijd van 1 jaar, zijn zeer gevoelig voor het virus. Vooral bij BWB-vleesvee dodelijk.
  • BVD: Vaccinatie zou moeten verplicht worden. Niet vaccineren is als een tijdbom plaatsen onder uw veestapel. BVD kan in bepaalde situaties zeer zware verliezen veroorzaken.
  • IBR: veroorzaakt naast griep ook embryonale sterfte en abortus.
  • Parainfluenza compliceert vaak andere luchtweginfecties.
  • Pasteurella is vaak een “stalprobleem” in permanent bezette kalver- en jongveestallen en vetmestbedrijven.

N.B.: Een dekstier wordt best tegen zoveel mogelijk ziekten geënt minimum 3 weken voor inzet. Een niet gevaccineerde stier kan een infectie in de kudde verspreiden en hierbij zelf slecht vruchtbaar tot steriel worden.

Cfr. Vaccins op de Belgische markt

Specifieke vaccins

  • MILOXAN, COVEXIN 8 en COVEXIN 10 beschermen tegen de door Clostrida bacteriën veroorzaakte aandoeningen zoals enterotoxemie, lam-dysenterie, pulpy kidney disease, boutvuur,gangreen, lebmaagontsteking, levernecrose, gasgangreen en tetanus. Gebruik ten zeerste aanbevolen. (geringe kostprijs). Entschema: zoals griepvaccinatie en herhaling einde dracht.
  • LONGWORMVACCIN: vaccinatie van kalveren tegen longworm ("grashoest") op probleembedrijven.